Pensioenfonds J&J

Ron Verhulst (Pensioenfondsmanager): Wat betekent het nieuwe pensioenstelsel voor het J&J pensioen?

Het pensioenakkoord is tot stand gekomen met instemming van grote werkgevers (overheid, zorg, metaal en techniek) en de vakbonden. Deze zijn aangesloten bij bedrijfstakpensioenfondsen, die de pensioenregeling van een heleboel overheidsinstanties en bedrijven uitvoeren. In deze bedrijfstakpensioenfondsen zit zo’n 80% van het totaal aantal deelnemers in een pensioenregeling.

Helaas is in het pensioenakkoord niet of nauwelijks rekening gehouden met pensioenfondsen zoals die van J&J. Wij zijn een ondernemingspensioenfonds met andere eigen afspraken en we zijn onderdeel van het Europese pensioenfonds van J&J in België. Er zijn nog een aantal pensioenfondsen in dezelfde situatie zoals die van ExxonMobil en BP. Samen vertegenwoordigen we minder dan 1% van het totaal aantal deelnemers in Nederland in een pensioenregeling. Ondanks onze pogingen daartoe zijn we niet direct betrokken geweest in het pensioenakkoord overleg. J&J streeft naar maximale flexibiliteit van haar pensioenregeling, maar we moeten ons straks wel aan de uitwerking van het pensioenakkoord houden.

Samen met andere Nederlandse pensioenfondsen met een pensioenregeling met bijstortverplichting, hebben we daarom contact gelegd met de werkgevers vereniging VNO/NCW.

Daar zijn drie aandachtspunten op tafel gelegd:

1.		De huidige pensioenregeling behouden, minimaal voor actieve deelnemers die nu in dienst zijn. Dit lijkt niet haalbaar en is een gelopen koers. Dat betekent dat vanaf 1 januari 2026 pensioen opbouwen in de huidige regeling niet meer kan. De risico’s rond pensioenen, zoals de beleggingsresultaten en rentestanden, verschuiven in principe van de werkgever naar de werknemer. Met andere woorden: nu weten we hoeveel we aan pensioen hebben opgebouwd , in de toekomst weten we hoeveel premie er in de individuele pensioenpot wordt gestort maar het is onzeker tot welke pensioenuitkering dit leidt omdat dit o.a. afhankelijk is van het behaalde rendement, wat positief of negatief kan zijn.
2.		Bijstortingen en koopsommen voor onvoorwaardelijke indexatie onbeperkt fiscaal aftrekbaar houden – in ons geval alleen van toepassing op actieve deelnemers. Dit is punt van overleg met de overheid. De uitkomst is onduidelijk.
3.		Invaren (de overgang van het huidige opgebouwde pensioen ) in een ander soort pensioenregeling (met risico voor de werknemer) niet verplichten. Er is een kans dat niet-invaren met de juiste motivatie mogelijk wordt.

Let op: Niets is zeker tot het wet is (1 januari 2022?). Daarna moeten de J&J werkgevers en de Centrale Ondernemingsraad vóór 1 januari 2024 tot een akkoord komen hoe de nieuwe pensioenregeling en de overgangsbepalingen er uit komen te zien.